Leven van aanbidding

Deze week is de week van gebed. In heel Nederland wordt er op verschillende manieren aandacht besteed aan gebed. Op verschillende plaatsen komen mensen samen om te bidden. Dit jaar gebeurt dat rond het thema, eenheid. Ook onze jeugd zal zich in deze weken bezig houden met thema’s die verbonden zijn aan gebed. Op vrijdag 17 januari begon ons blok rond gebed en aanbidding met dat tweede onderwerp. Tessa en Tron, kwamen met ons delen over hun werk voor YWAM en onderwijs geven over aanbidding.

Niet zomaar een liedje

Muziek is overal om ons heen. Voor veel mensen geldt dat zodra ze in de auto stappen, de radio meteen aan gaat, ingesteld op een zender naar de eigen smaak. In winkels is er altijd muziek op de achtergrond en veel mensen lopen op straat rond met muziek op de oren. Muziek vult op die manier het leven. Als we vrolijk zijn dan moeten we toch dat ene blije liedje horen, als we verdrietig zijn dan hebben we weer een ander lied dat bij ons past. Je zou kunnen zeggen dat muziek ons in zo’n situatie helpt om ons eigen gevoel te ervaren.

Aanbidding is wat dat betreft een beetje bijzonder, net even anders. Het is nog steeds muziek. Muziek dat iets doet met onze emoties, iets oproept bij wie we zijn en waar we staan in het leven. De psalmen bijvoorbeeld, zijn aanbiddingsliederen die duidelijk geschreven zijn vanuit een bepaalde emotie. Van hoop en vrees, van pijn en blijdschap.

Maar aanbidding heeft nog iets in zich. De focus van aanbidding ligt niet op mijzelf, maar op die Ander. Het is muziek waarbij de focus ligt op God en op wie Hij is. Op wat Hij voor ons doet en betekent.

 

Een leven van aanbidding

Het is verleidelijk om bij aanbidding alleen aan muziek te denken, aan de liederen die we zingen in de dienst of misschien wel in onze gezinnen. Maar zoals het verhaal van Tron en Tessa ook heel duidelijk liet zien aan onze jongeren, aanbidding is iets dat we doen met ons hele leven. Met alle keuzes die we maken, met alles dat we wel en niet doen.

De Romeinen brief zegt daarover in hoofdstuk 12, dat wij ons hele lichaam moeten stellen tot een levend offer. Dat betekent niet, zoals in sommige culturen voor komt, dat we onszelf moeten pijnigen of misschien zelfs moeten doden. Dat betekent dat we in ons hele leven ons de vraag zouden moeten stellen, wat Wil God van mij? Hoe kan ik God hierbij betrekken? Hoe kan ik hier God mee dienen?

Het antwoord op zo’n vraag kan lastig zijn, kan betekenen dat iets tijdelijk pijn moet doen. Bijvoorbeeld het opgeven van een droom omdat God een ander plan met je leven heeft, of misschien wel het opgeven van een bezit dat je heel dierbaar is omdat God dat van je vraagt. Maar we mogen er op vertrouwen dat aan de andere kant van zo’n offer, God iets goeds en iets moois voor je heeft. Iets wat je misschien zelf nog niet gezien hebt en wat je anders mis zou lopen.

Levend voorbeeld

Tijdens de avond vertelde Tron over zijn eigen verhaal en hoe hij door de verhalen van anderen was geïnspireerd. De offers van mensen die hij had ontmoet, waren reden voor hem om te zeggen, waarom heb ik niet zulke bijzondere ervaringen met God? En als antwoord daarop, werd hij uiteindelijk door God op pad gestuurd. Via allerlei avonturen en offers, is die nu in Nederland beland.

Zijn verhaal is een voorbeeld van, hoe we een leven van aanbidding ook voorleven. Hoe we anderen kunnen inspireren om ook God te volgen en een leven van aanbidding te leiden. We hebben binnen de gemeente fijne zangleiders. Maar laten we onszelf ook afvragen, zijn we ook voor elkaar aanbiddingsleiders? Zijn wij elkaars voorbeeld en inspiratie om God te volgen? Als onze jongeren naar ons kijken, wat zien ze dan? Mensen die een lied zingen voor ons eigen gevoel? Of mensen die hun leven in dienst van God stellen in de kleine en de grote dingen in het leven?